Hoezo discomfort?

Ik zit hier nu onder m'n regenachtige tarp naast een vuurtje in een doorweekt landschap. Ik zie de berken. Ze lijken jong, maar gaan al decennialang mee in dit taaie klimaat. Vol weerbarstige kronkels, grillige vormen houden ze stand. Taaie omstandigheden creëren taaie bomen hoor ik mezelf denken.

Slechts een paar milliseconden duurt het voordat mijn brein de vergelijking naar de mens trekt. Het besef dat wij ook natuur zijn is sinds enkele jaren een nieuwe hoofdweg in mijn psyche. Het regent al dagen, en de logica van hoe een moeraslandschap ontstaat ondervind ik aan den lijve. Het landschap vormt zo niet alleen de berken maar ook mij. Speelse energieën worden nu even niet uitgenodigd; warm blijven is al moeilijk genoeg. 

Ik geniet, want ik ben warm, het is me met de nodige voorbereiding gelukt een warm, gestaag vuurtje te maken. Wat is geluk toch relatief. Dat ik al maanden niet zo genoten van een kopje koffie heb, kan ik en wil ik niet los zien van het feit dat ik er zoveel energie in heb moeten steken om er zo bij te steken. 
Dus wat is nou rijkdom?

Ik besef me dat 90% van de maatschappij dit een onnodige lijdensweg vind.
Hoezo vechten tegen de kou en het vocht voor je plezier?
Ik betaal er nota bene nog voor ook. 
Maar ik geloof in de kracht van discomfort kunnen doorstaan. Ik geloof in kunnen ontspannen in het onbekende en het oncomfortabele. Ik geloof in kunnen lachen in een doorweekt landschap met alleen een rugtas al thuis. Ik geloof dat we langzaam afglijden tot we nog slechts een half mens zijn, onder invloed van de comfort. Ik geloof dat we afhankelijk worden en ik wil dat niet. 

Ik voel dat ik leef, dat ik sterk ben, dat ik soms nee te zeggen heb tegen comfort. Want ik werk aan me veilig voelen in mezelf, ongeacht de omstandigheden. Ik hecht waarde aan vrijheid en rek daarom mijn grenzen op; want wie weet waar ze stoppen. Ik weet dat ik mensen nodig heb, maar ik kan niet zonder mezelf. En dat ga ik ook nooit doen.

Over een week zal de comfort weer terugkeren, en zal ook ik daar dankbaar gebruik van maken. Maar terwijl ik dan m'n koffie drink, zal dat vuurtje nog steeds branden, gloeien, in het moment doorvloeien.
Ik weet weer wie ik ben en waar ik tot in staat ben. Ik hoef het niet te blijven bewijzen, want het vuurtje brandt al. Vast en zeker dat de dag komen gaat om er weer wat berkenhout op te gooien, en dan zal ik die morele verantwoordelijkheid naar mezelf toe op me nemen. 

Wat is het toch een bijzondere, immer veranderlijke formule, dit leven. Dankbaar dat het mij is gegeven, dus zal ik het eren door zoveel mogelijk van dat leven te leren en in deze goddelijke creatie zoveel mogelijk leven terug te creëren.

Vorige
Vorige

Een nieuwe levensboom